top of page

KARUNA OOSTENDE

Noem me bij mijn ware namen

​

​

​

Zeg niet dat ik morgen vertrek -
zelfs vandaag moet ik nog aankomen.
Kijk diep: elke seconde verschijn ik hier
om een knop aan een lentetak te zijn,
een vogel met nog tere vleugels
die in mijn nieuwe nest leert zingen,
om een rups te zijn in het hart van een bloem,
een juweel omgeven door gesteente.

Altijd nog kom ik om te lachen en te huilen,
te vrezen en te hopen.
Het ritme van mijn hart is het komen en gaan
van al wat leeft.

Ik ben de eendagsvlieg die van gedaante wisselt
op het water van de rivier.
En ik ben de vogel die een duikvlucht maakt
om de vlieg te verorberen.

Ik ben de kikker die vrolijk zwemt
in het heldere water van een vijver.
En ik ben de ringslang die zich
stilletjes voedt met de kikker.

Ik ben het kind in Oeganda, vel over been,
mijn benen als dunne bamboe.
En ik ben de wapenkoopman,
die dodelijk wapentuig aan Oeganda verkoopt.

Ik ben het meisje van twaalf,
een bootvluchteling die zich in zee stort
na te zijn verkracht door een piraat.
En ik ben de piraat,
met een hart dat niet zien kan
niet liefhebben kan.

Ik ben lid van het politbureau
met macht in mijn handen.
En ik ben de man die zijn bloedschuld
aan mijn volk moet betalen
dat langzaam sterft in een werkkamp.

Mijn vreugde is als de lente, zo warm
dat de bloemen overal op aarde ontluiken.
Mijn pijn is als een rivier van tranen,
zo onmetelijk dat zij de vier oceanen vult.

Noem me daarom bij mijn ware namen, alsjeblieft,
zodat ik al mijn wenen en lachen tezamen kan horen,
zodat ik kan zien dat mijn vreugde en pijn één zijn.

Noem me bij mijn ware namen, alsjeblieft,
zodat ik kan ontwaken
en de deur van mijn hart open kan blijven,
de deur van mededogen.

​

Thich Nhat Hanh

​

​

​

Please Call Me By My True Names

​

​

Don't say that I will depart tomorrow-

even today I am still arriving.

 

Look deeply: every second I am arriving 

to be a bud on a Spring branch,

to be a tiny bird, with still-fragile wings,

learning to sing in my new nest,

to be a caterpillar in the heart of a flower, 

to be a jewel hiding itself in a stone.

 

I still arrive, in order to laugh and to cry,

to fear and to hope.

The rhythm of my heart is the birth and death 

of all that is alive.

 

I am a mayfly metamorphosing 

on the surface of the river.

And I am the bird 

that swoops down to swallow the mayfly.

I am a frog swimming happily 

in the clear water of a pond.

And I am the grass-snake 

that silently feeds itself on the frog.

 

I am the child in Uganda, all skin and bones,

my legs as thin a bamboo sticks.

And I am the arms merchant,

selling deadly weapons to Uganda.

I am the twelve-year-old girl,

refugee on a small boat,

who throws herself into the ocean

after being raped by a sea pirate.

And I am the pirate,

my heart not yet capable

of seeing and loving.

​

I am a member of the politburo,

with plenty of power in my hands,
and I am the man who has to pay

his "debt of blood" to, my people,
dying slowly in a forced labor camp.

 

My joy is like Spring, so warm

it makes flowers bloom all over the Earth.

My pain is like a river of tears,

so vast it fills the four oceans.

 

Please call me by my true names,

so I can hear all my cries and laughter at once,

so I can see that my joy and pain are one.

Please call me by my true names,

so I can wake up

and the door of my heart

could be left open,

the door of compassion.

​

Thich Nhat Hanh

​

​

​

​

bottom of page